A.F.A.M. Wetzer, 12 november 2019
|
Dit pand staat samen met het rechter buurpand op het achtererf van een 35 voet breed kavel aan de Schapenmarkt. In de 16de eeuw is dit perceel reeds in tweeën gedeeld. De gemeenschappelijke gang en de naam 'Groenewei' maakt aannemelijk dat beide huizen gezamenlijk gebouwd zijn. Gezien het baksteenformaat van de beide zijmuren lijkt dit in | 315 |
|
de tweede helft van de 16de eeuw te hebben plaatsgevonden. Het voorhuis van het pand is over de Binnendieze gebouwd, zodat het niet onderkelderd is. Ook het achterhuis dat door een brandmuur is afgescheiden, bevat geen kelder. Wel is daar een insteekverdieping die zich over het achterste balkvak van het voorhuis uitstrekt. Op de scheiding tussen de twee bouwdelen bevindt zich een spiltrap. Tegen de achtergevel die op de plaats van de oude stadsmuur staat, loopt een rookkanaal. Achter het pand is een lagere achterbouw die onderkelderd is. In het keldertje is metselwerk met grote bakstenen waarneembaar. Waarschijnlijk zijn het hergebruikte bakstenen van de stadsmuur. | 316 |
A. van Drunen,
Dikmans878. "De groote Groenewei" anno 1566. | 54 |
Jan Mosmans, Alph.G.J. Mosmans, Oude namen van huizen en straten te | 1865 | wed. J.J. Boelens (winkelierster en beddenverhuurster) |
| 1875 | wed. J.J. Boelens (winkelierster en beddenverhuurster) |
| 1881 | wed. J. Boelens (winkel. en beddenverhuurster) |
| 1908 | F.J. Dickmans (goudsmid, winkelier in kol. waren) |
| 1910 | M.L. Jansen (timmerman, winkelier) |
| 1908 | W. Cammel (loodgieter) - J.v. Ham (boekbinder) - A. Scheepers (goudsmid) |
| 1910 | K. IJsing (schoenmaker) - H.C. Rubie (mr. schoenmaker) |
| 1928 | M.L.J. de Bruijn |
| 1943 | M.J.L. de Bruijn (aannemer) |
| 1943 | A.M.J. Leenders (goudsmid) |